Guido van der Werve, Nummer acht ‘Everything is going to be alright’ (2002) videostill
In zijn video Nummer acht ‘Everything is going to be alright’ (2002) loopt kunstenaar Guido van der Werve (Papendrecht, 1977) over een dichtgevroren watermassa. Slechts een paar meter achter hem doorklieft een gigantische ijsbreker het ijs. Van der Werve loopt – zonder om te kijken – door, alsof het gevaar om verpletterd te worden of te verdrinken niet bestaat.
luister tijdens het lezen van deze column naar: The Fall van Reina del Cid
Het gaat in de kunst slechts om één ding:
dat wat men niet kan verklaren.
George Braque
Op enig moment verscheen er een engel in mijn leven. Niet dat ze vleugels of gouden haren heeft, in tegendeel, maar licht geeft ze wel. ‘het komt wel goed’ is mijn gevleugelde gedachte, ‘het is al goed’ de hare.
Als voorbereiding op de master kunstgeschiedenis, wat op mijn tweeënzestigste toch al een redelijk late roeping is, en mijn vraag wat nu de essentie van een ‘wetenschappelijke’ publicatie is probeer ik iets van het werk van Baruch (later Benedictus) Spinoza (1632-1677) te begrijpen. Dat lukt eerlijk gezegd maar matig.
Spinoza bezoek de Latijnse school in Amsterdam, studeert aan de Leidse universiteit en maakt kennis met de filosofie van Descartes. In 1660 verhuist hij naar Rijnsburg, waar hij in zijn onderhoud voorziet door het slijpen van lenzen. Daar schrijft hij ook zijn eerste filosofische geschriften, onder andere een inleiding op het werk van Descartes. In 1663 verhuist hij naar Voorburg en in 1670 naar Den Haag. In het rampjaar 1672 worden bij hem om de hoek de gebroeders De Witt op gruwelijke wijze vermoord. De dood van de gebroeders De Witt leidde in feite tot de val van de republiek. Willem III pleegde in datzelfde jaar een staatsgreep en werd alleenheerser. In 1675 voltooit Spinoza zijn Ethica en in 1677 overlijdt hij op 44 jarige leeftijd. Tot zover de historische data.
Zowel het belang als de complexiteit van Spinoza’s filosofieën zijn algemeen erkend, ik vrees dat ik er niets aan kan toevoegen. Als aspirant student kunst(geschiedenis) ben ik wel benieuwd of Spinoza ook iets gezegd heeft over kunst. Het korte antwoord lijkt; niets. Hoewel hij in de gouden eeuw leeft rept hij met geen woord over kunst. Wel geeft hij het begrip verbeelding een prominente plek in zijn filosofie. Als vormen van kennis onderscheidt Spinoza verbeelding, rede en intuïtie. Verbeelding bestaat dan weer uit zintuiglijke waarneming en mening. Zintuiglijke waarnemingen – waartoe volgens Spinoza ook dromen en fantasie behoren – laten op onze hersenen indrukken/ voorstellingen achter. Meningen zijn alle vooronderstellingen waarvan wij dagelijks uitgaan zonder ze kritisch te onderzoeken, het zijn de clichés, de tegeltjeswaarheden in ons leven. Volgens Spinoza bewandelen we de weg van de waarheid wanneer we er in slagen om met behulp van de rede de waarneming – dus inclusief dromen en fantasie – te onderzoeken, te corrigeren en eventueel te vervangen door meer juiste en adequatere ideeën.
Volgens Spinoza is de verbeelding verward, onwaar en passie, de rede daarentegen is juist, waar en actie. Met het begrip passie bedoelt Spinoza hier het lijden aan onware ideeën, illusies of wanen. Volgens Spinoza bestaat onze hele voorstellingswereld uit passies, deze valse voorstellingen houden ons gevangen in een wereld van wanen die angst en ongeluk ten gevolge hebben. De uitdaging waar Spinoza ons voor stelt, is dat we ons maar moeilijk kunnen indenken dat het zo ernstig met ons gesteld is. Dwalen we werkelijk angstig rond in een wereld van duisternis?
De oplossing is dat we ons bewust worden van de werking van de verbeelding en een kritische afstand behouden tot dat wat we waarnemen. Vooruitgang boeken we door datgene wat we waarnemen te corrigeren door een juister inzicht. Alles in het besef dat de volledige waarheid, die de totale natuur omvat, onkenbaar is.
Zouden we kunnen zeggen dat filosofie of in bredere zin de wetenschap de rede onderzoeken en kunst de verbeelding?
In mijn columns mag ik een grote broek aantrekken, wilde en eigengereide beweringen doen, zelfs sentimentele (liefdes)liedjes en songteksten opnemen. Tenslotte is de liefde mijn eerste en laatste drijfveer. In mijn essays probeer ik al iets genuanceerder en redelijker te zijn, maar zeker niet academisch. In de scripties die ik voor mijn studie schrijf zal ik trachten Spinoza te volgen. Op het niveau van het logisch denken vormen we ons een beeld. Dat beeld toetsen we aan de werkelijkheid op zijn juistheid, dit bijgestelde beeld toetsen we opnieuw ∞
Ronald van Tienhoven ‘Aviarium’ (detail)
Ruim twintig jaar geleden was er in Arti et Amicitiae in Amsterdam een expositie ‘De Steen Vliegt’ waarbij kunstenaars en filosofen reflecteerden op Spinoza’s werk. Beeldend kunstenaar Roland van Tienhoven exposeerde hier een bijzonder vormgegeven bijenkast en buigt zich daarmee over de vraag in hoeverre een gemeenschap soeverein kan zijn, zonder dat het al te veel de individuele vrijheden van de ‘onderdanen’ inperkt. Andere kunstenaars kiezen voor een meer algemene thematiek en voor de esthetiek van licht en donker, leven en dood. Tom Claassen kiest voor een humoristische invalshoek, door in ‘De pruik van Spinoza’ diens proto Led Zeppelin kapsel uit te vergroten.
Het is ahistorisch, maar niet ondenkbaar dat Spinoza en Rembrandt elkaar in het zeventiende -eeuwse Amsterdam ontmoet hebben. Wandelend door de net aangelegde Hortus Botanicus achter de Portugese synagoge, kort nadat Spinoza daar wegens ‘vreselijke ketterijen’ en ‘monsterlijke daden’ in 1656 geëxcommuniceerd is. Rembrandt die met zijn paletmes als kwast en zijn kwast als potlood de regels van de kunst aan zijn laars lapt. Spinoza die zich met zijn hermetische woorden niet houdt aan de regels van de filosofie. Beter gezegd, ze bedachten hun eigen kunst en filosofie en zo vernieuwden ze deze.
Twee mensen die met verf en woorden de menselijke essentie overbrengen op een manier die even begrijpelijk als onbegrijpelijk is. De verf denk ik soms heel even te begrijpen, de woorden ontglippen me telkens weer, zoals ook nu.
Rembrandt van Rijn ‘Isaak en Rebekka’, bekend als ‘Het Joodse bruidje’, ca. 1665 – ca. 1669 olieverf op doek (detail)
Om te voorkomen dat hij zou worden vermoord en zijn vrouw in de harem van koning Abimelech zou worden opgenomen, verhulde Isaak zijn liefde voor de schone Rebekka; zij gaven zich uit voor broer en zus. Maar hun intieme omgang toen ze zich onbespied waanden, verraadde hen. (Genesis 26:8) Rembrandt schildert ze in dat liefdevol moment. Daarbij gebruikt hij warme kleuren en gaat hij uitzonderlijk vrij te werk, hij brengt de verf met paletmes dik op en krast erin met de achterkant van zijn penseel.