“Were are such stuff as dreams are made on
And our little life is rounded with a sleep.”
The Tempest (De Storm) van William Shakespeare
Een zes honderd kilometer ten noordoosten van Bangkok, niet ver van de machtige Mekong rivier ligt Baan Hai Sok. Een dorp als vele anderen Thaise dorpen omgeven door kleine rijstvelden en vast niet meer dan honderd veelal traditionele houten huizen op palen. In het dorp een kleine Wat, een klooster tempel die de welvaart van het dorp reflecteert. Een tempelhal van hout, met een roestig golfplaten dak en een paar eenvoudige verblijven voor de monniken. Tijdens de warmste uren van de dag zijn de waterbuffels die overal grazen het enige teken van leven in het dorp.
Langzaam verdampt de zon de wolken die Baan Hai Sok nu al twee uur lang in een hevige stortbui gevangenhoudt. De natuur is op zijn mooist, met honderden tinten groen en af en toe een kleurrijke orchidee als accent. Laag boven de rijstvelden hangen kleine nevelwolkjes. Ponsi en haar tweejaar jongere zus Suweera hebben deze ochtend onder het huis gespeeld terwijl hun moeder Chumsi de was deed en eten kookte. Maar nu het droog wordt kunnen ze eindelijk naar buiten. In de tuin en op de onverharde weg staan grote plassen water. De klongs die het dorp doorkruisen en de rijstvelden omringen, zijn tot de rand toe gevuld met water en stromen op sommige plaatsen over, zo midden in het regenseizoen. Ponsi en Suweera gaan opzoek naar andere kinderen om mee te spelen en volgen het pad langs de houten huizen en de rijstvelden in de richting van de Wat Pha of bos tempel.
Over de klong voor de tempel is een geïmproviseerde houten brug gemaakt van touw en losse planken. In combinatie met het hoge water voor twee kleine meisjes best een uitdaging om over te steken. Suweera houdt ook dan al van avontuur en gaat voorop. Halverwege echter stapt ze mis en beland ze in het water van de klong, te diep om te kunnen staan. Ponsi bedenkt zich geen moment en springt haar zus na. Met een enorme spartelpartij als gevolg, geen van beide zusters kan goed zwemmen en de oever van de klong lijkt ineens eindeloos ver weg. Beurtelings gaan de zussen kopje onder. Tot Sai, de oude man die in de buurt van de tempel woont op het lawaai af komt en hen op de kant helpt. Drijfnat, geschrokken, maar ook bang en beschroomd gaan Ponsi en Suweera terug naar huis. Daar zal echter nooit iemand het angstige moment dat ze in het water deelden begrijpen.
Over Ponsi en Suweera is nog veel meer te vertellen, misschien een volgende keer, maar, spoiler alert, goed aflopen doet het niet. Inmiddels is de as van Ponsi bijgezet in een kleine stupa op het terrein van de bos tempel, naast haar later overleden moeder Chumsi. Alleen in mijn meditatie of droom zijn we soms nog even samen.