Bĕhăi park, Beijing
tijdens het lezen van deze column kunt u luisteren naar: Velvet Underground & Nico – Sunday Morning & Vampire Weekend – Sunday Morning (Velvet Underground Cover)
light is the shadow of God
Marsilio Ficino (1433 – 1499)
Mijn vroegste jeugdherinnering is woordeloos en bestaat alleen uit licht met iets van kleur en nog minder geur. Achter het ouderlijk huis lig ik op de bleek, het wasgoed boven me filtert het zonlicht, de warmte koestert me en er is de milde geur van het gras onder me. Het huis waar ik nu woon, baadt zich vaak in hetzelfde licht van diezelfde zon, dat is vast de reden dat ik me hier vanaf de eerste stap over de drempel zo thuis voel. Nu, een paar maanden later, schrijvend, realiseer ik me dat het licht op deze zondagmiddag in Beijing en eigenlijk tijdens onze hele reis, ook datzelfde licht van diezelfde zon is. Licht dat streelt en koestert, ‘licht’ als de vleugelslag van een engel.
In een van de vele gebouwen van de verboden stad zien we een mooie internationale grafiek-expositie. De Chinese president Xi Jinping vraagt via deze expositie aandacht voor de nieuwe Zijderoute, zijn ‘Rail and belt initiative’, wat toch echt veel meer is dan een economisch prestige project. De president wil namelijk ook de culturele functie van de klassieke Zijderoute in ere herstellen, als route waarlangs behalve goederen ook ideeën, kennis, cultuur en religies reizen. Op deze zonnige zondagmiddag genieten we graag van het veelzijdige grafische werk. Twee weken later, in de provincie Xinjiang, zal ook het andere veel grimmiger gezicht van de nieuwe Zijderoute ons duidelijk worden.
Na uren door de verboden stad gedwaald te hebben, verlaten we, met ons geheugenkaartje vol foto’s, het paleizencomplex aan de achterzijde om een paar minuten later het Bĕhăi park in te wandelen. Samen met honderden inwoners van Beijing slenteren we langs het door groene wilgen omzoomde Bĕhăi meer, slurpen een beker warme thee luisterend naar een Chinese accordeonist en genieten van de kunsten van een kleine zwart zangvogel, met gele pootjes en snavel en een onstuimige kuif. De Javaanse Myna of treurspreeuw, mede dankzij de mens heeft hij zich inmiddels over een groot deel van de ‘tropische’ wereld verspreid. Een bijzonder vogeltje met een goed ontwikkeld spraakorgaan waarmee hij prachtig kan zingen en geluiden kan kopiëren. Dat laatste is helaas zijn noodlot geworden. Levend in de natuur kopieert hij het ruisen van de bomen en de geluiden van andere zangvogels, levend in de stad … enfin u raadt het al. Zo is een eens geliefde zangvogel een stadsparia geworden. Maar op deze zondagmiddag in het Bĕhăi park genieten we samen met andere voorbijgangers van zijn zang en kunsten.
Verspreid over het park bevinden zich een groot aantal tempels, pagodes en paviljoens die we na onze dwaaltocht door de verboden stad met plezier even links laten liggen. Wel wandelen we op enig moment onder een prachtig gedecoreerde pergola, op de tientallen beschilderde panelen zien we scenes uit het dagelijks leven, religie en mythologie. Op een van de plaatjes is een os met zijn hoeder te zien, of het een verwijzing naar de beroemde ‘plaatjes van de os’ is, weet ik niet. Het is er slechts één en het zijn er geen tien, maar in ieder plaatje van de os spiegelen zich tenslotte ook altijd de negen andere.
De plaatjes van de os zijn een hulpmiddel of wegwijzer op ons spirituele pad. Alle tien samen vertellen ze het verhaal van een paradox. Een hoeder zoekt en vindt een os, in laatste instantie tonen de plaatjes ons dat de os samenvalt met de werkelijkheid zoals die in ieder moment aanwezig is en dus ook nooit zoekgeraakt kan zijn. Het verhaal gaat niet over mijn werkelijkheid, dat is dan wellicht de os die ik tevergeefs tracht te vangen, maar over de werkelijkheid zoals die zich in ieder ogenblik manifesteert.
Op deze zonnige zondagmiddag bevindt de os zich precies waar hij zijn moet, overal en nergens, en is het gemakkelijk om samen te vallen met de werkelijkheid, ik doe het met plezier. Later tijdens onze reis, in het streekziekenhuis van Turpan, kost me dat heel wat meer moeite.
opeens begint de nachtegaal te zingen
de zon streelt de aarde
en zacht waait de wind door groene wilgen,
Kaku-an Shi-en (twaalfde eeuw)
* Alfred Korzybski (1879 – 1950) Korzybski beweert dat de mens in twee werelden leeft: de wereld van de spraak en symbolen en in de werkelijke wereld. Hij geeft aan dat het menselijk verstand alleen in staat is te reageren op de gevormde landkaart en het aanwezige gebied – de werkelijke wereld – vaak volledig vergeet.
reisroute mei 2019
meer bladen uit mijn reisdagboek vindt u hier Verhalen van de zijderoute