Pablo Picasso ‘Kop van de dode Casagemas’ – detail – 1901
luister tijdens het lezen van deze column naar: A Sense of Wonder van Van Morrison
Geef me de moed te accepteren wat niet in mijn vermogen ligt,
De kracht om alles te doen wat in mijn vermogen ligt
En de wijsheid tussen die twee onderscheid te maken.
Epictetus (55 – 135 AD)
In zijn heldere zelfhulpboek “Meer zen, minder bubbels’ verhaalt zenmeester en vriend Rients Ritskes over de dood van zijn boertje Klaas en hoe dit verdriet wellicht van invloed is geweest op de beslissing van hem en zijn vrouw om kinderloos te blijven. Het immense verdriet van zijn ouders heeft hem een aanvankelijk onbewuste angst ingeboezemd dat hem hetzelfde zou kunnen overkomen.
Vijftig jaar later weet Rients nog precies hoe de laatste blik op het gezicht van zijn overleden broertje voelde: “Ondanks zijn jonge leeftijd waren zijn haren vlak voor zijn dood in één nacht helemaal grijs geworden. Hij lag er keurig gekamd bij en had zijn mooie kostuumpje aan. Zijn smetteloos witte overhemd en perfect geknoopte das maakte hem innemend mooi met een vredige uitstraling.” Wanneer Rients beeldend kunstenaar in plaats van zenmeester was geworden, had dit beeld vast een indrukwekkend kunstwerk opgeleverd.
Vele kunstenaars zijn hem hier voorgegaan, in een eerdere column noemde ik al Claude Monet en het portret van zijn overleden vrouw, graag toon ik hier drie anderen. Ten eerste de tekening die de graficus M.C. Escher van zijn net overleden vader maakte, vervolgens de portretten die de jonge Picasso van zijn vriend Carlos Casagemas maakte, na diens zelfmoord, en tenslotte ‘Winter 1946’ van Andrew Wyeth. Maar de lijst zou gemakkelijk langer kunnen zijn, denk bijvoorbeeld aan Munch’s portretten van zijn aan tuberculose overleden zusje.
Volgens Rients sterkt mediteren het vermogen om los te laten en te accepteren wat zich niet laat veranderen, zelfs als het gaat om het verlies van een dierbare. Het lijkt erop dat beeldende kunst, schrijven of componeren soms eenzelfde effect kunnen hebben.
M.C. Eschers tekening van zijn vader op diens sterfbed, 14 juni 1939
Het overlijden van M.C. Eschers vader.
George Arnold Escher was 96 jaar oud toen hij op 14 juni 1939 overleed. Dat zijn dood nabij was, kan dan ook geen verrassing voor zoon Maurits zijn geweest. Toch voelde het overlijden van zijn vader (“de oude Es”) wel als een schok. Maurits was de laatste van vijf zonen (twee daarvan uit een eerder huwelijk) van vader Escher. Deze markante maar nuchtere ingenieur was al 55 jaar toen hij zijn jongste zoon voor het eerst in zijn armen hield. Maurits adoreerde zijn vader, althans in zijn jonge jaren. Maar ook later bleef de liefde groot. In een interview met Bibeb uit 1968 in het weekblad Vrij Nederland herhaalde Escher die bijzondere band: “Van mijn vader hield ik veel. Hij heeft altijd grote indruk op mij gemaakt. Ik lijk op hem. Hij was ook een eenzame man, zat veel op zijn kamer.” Escher tekent zijn vader liefdevol op zijn sterfbed. De zachte potloodlijnen lijken in het niets te verdwijnen. Voor de zoon rest slechts het verdriet van de zwarte achtergrond en de vele liefdevolle herinneringen.
Pablo Picasso ‘De dood van Casagemas’ 1901
Hoe Pablo Picasso zijn overleden vriend Carlos Casagemas portretteerde.
Aan het einde van het jaar 1900, hij is dan 19 jaar oud, krijgt Pablo Picasso de kans om samen met zijn vriend schrijver en kunstenaar Carlos Casagemas naar Parijs te gaan. Met weinig moeite en veel geluk vindt Picasso een atelier en slaagt hij erin zijn kunst onder de aandacht te brengen in kringen van de Parijse bohème. Zijn vriend Casagemas, is minder fortuinlijk. Schrijven noch schilderen wil lukken. Tot overmaat van ramp raakt Casagemas in Parijs verliefd op Germaine, type beeldschone nimf annex fatale vrouw. Met Kerstmis reizen de twee vrienden terug naar Spanje. Maar Casagemas, ziek van liefde, houdt het in Madrid niet uit en keert in zijn eentje, vervroegd, terug naar Parijs. Op een avond treft hij Germaine in een café; hij trekt een pistool en schiet twee keer op het meisje. De kogels missen hun doel op een haar na, waarna Casagemas zichzelf, midden in het café, door het hoofd schiet.
In 1901 keert Picasso op zijn beurt terug naar Parijs en begint hij aan een reeks werken waarin zijn vriend wordt herdacht. Die werken wekken de suggestie dat Picasso aan diens doodsbed heeft gewaakt, zó dicht op het lichaam bevinden we ons als we kijken naar, bijvoorbeeld, ‘Kop van de dode Casagemas’. Later zou Picasso verklaren dat de dood van zijn vriend het begin van zijn befaamde ‘blauwe periode’ zou hebben gemarkeerd. ‘Kop van de dode Casagemas’ is inderdaad gehuld in dat overbekend geworden serene blauwe licht dat over veel werken uit die periode lijkt te schijnen, een blauw dat op ‘Kop van de dode Casagemas’ is doorschoten met de vale, geelwitte doodssluier over het gezicht van de jongen. Hier heerst de ontluisterende stilte en kilte van de dood. In een ander doodsportret, ‘Casagemas in zijn kist’ brandt achter de zelfmoordenaar een grote kaars die op dit doek het melancholieke blauw uit het tafereel bant. De kaars werpt een gloed van rode, groene en gele strepen, het is een kaars als een toorts uit een sprookje, en die strepen, zijn onmiskenbaar de strepen die we kennen uit het late werk van Vincent van Gogh.
Andrew Wyeth ‘Winter 1946’
Hoe de Amerikaanse schilder Andrew Wyeth zijn overleden vader niet portretteerde, of toch wel?
Nadat zijn vader bij een auto-ongeluk om het leven is gekomen wil de Amerikaanse schilder Andrew Wyeth graag nog wat tijd bij het dode lichaam van zijn vader doorbrengen. Hij gaat de kamer in waar zijn vader ligt opgebaard. De ramen staan open en ik zie hoe het licht mijn vaders gezicht streelt en hoor de wind in de bladeren. Die schoonheid, dat is wat ik wil tonen, schilder je geschiedenis, doe de dingen die betekenis voor je hebben. Doe de dingen die van jezelf zijn, schilder je leven. Vanaf dat moment in 1946 maakt Wyeth geen schilderijen meer, maar schildert hij zijn realiteit. Zijn dood gaf betekenis aan mijn schilderen. Het schilderij dat hij daarna maakt, ‘Winter 1946’ is het portret van een jongen die, in een helder koud winterlicht een heuvel afrent, achtervolgd door zijn zwarte schaduw. Achter die heuvel is zijn vader verongelukt. “It was me, at a loss, that hand drifting in the air was my free soul, groping.” Wyeth zegt altijd spijt gehad te hebben zijn vaders portret nooit te hebben geschilderd, maar uiteindelijk is de heuvel het portret van zijn vader geworden.
“The first tempera I did after that (de dood van zijn vader) is called Winter 1946. It’s of a boy running, almost tumbling down a hill across a strong winter light, with his hand flung wide and a black shadow racing behind him, and bits of snow, and my feeling of being disconnected from everything. It was me at a loss, that hand drifting in the air was my free soul, groping. Over on the other side of that hill was where my father was killed, and I was sick I’d never painted him. The hill finally became a portrait of him. I spent the whole winter on the painting – it was just the one way I could free this horrible feeling that was in me – and yet there was a great excitement. For the first time in my life, I was painting with a real reason to do it.”
Pablo Picasso ‘Casagemas in zijn kist’ 1901 detail
It’s easy to describe the leaves in the Autumn
And it’s, oh so easy in the Spring
But down through January and February
It’s a very different thing
On and on and on through the winter of our discontent
When the wind blows up the collar and the ears are frostbitten too
Van Morrison – A Sense of Wonder
The Buddha taught the Five Remembrances, a compilation to recite at the end of every day, as an exercise to lessen our fear of death and remind us of the preciousness of life. Keeping this awareness alive in our daily life can help us see clearly how to make good use of the time we still have.
I am of the nature to grow old.
There is no way to escape growing old.
I am of the nature to have ill health.
There is no way to escape ill health.
I am of the nature to die.
There is no way to escape death.
All that is dear to me and everyone I
love are of the nature to change.
There is no way to escape being separated from them.
My actions are my only true belongings.
I cannot escape the consequences of my actions.
They are the ground upon which I stand.
(bron: Thich Nhat Hahn ‘The art of living’)