The road is a wondrous place, go with an open heart.
Andrew X. Pham ‘Catfish and Mandala’
In Manzi’s Art Space in Hanoi ontmoet ik de levendige en welbespraakte Maia, een gedeelde interesse in kunst en poëzie geeft het gesprek al snel een persoonlijke wending. Maia vertelt over haar studie in Londen – Engelse taal en cultuur – en Amerika – kunstgeschiedenis. Nu verdiept ze zich in moderne en hedendaagse Vietnamese kunst. We bespreken verschillende in de galerie tentoongestelde kunstenaars en hoe de mix van traditie en ambacht van Vietnam in contact met moderne westerse kunst de hedendaagse kunst in Vietnam een eigen gezicht geeft.
Wanneer ik Maia vertel over mijn verblijf in het Truc Lam Tay Thien klooster in Dai Dinh, blijken we meer dan alleen onze belangstelling voor kunst en poëzie te delen. Hoewel het huidige klooster pas in 2004 gebouwd is dateren de oudste fundamenten, die van de Thien An Pagoda, al uit de tweede eeuw. Enthousiast vertelt Maia dat ze een paar jaar geleden Engelse les heeft mogen geven aan de nonnen daar, als opmaat voor het bezoek van een delegatie uit Bhutan. Vol bewondering toont ze haar respect voor de nonnen en hun zelfverkozen basale leefomstandigheden. Sommige nonnen kiezen zelfs voor een nog eenvoudiger leefstijl in de bossen buiten het uitgestrekte kloosterterrein. Een traditie die ik herken van een eerder verblijf in een Thais bosklooster. Hoe anders zag dat er een week geleden door westerse ogen uit, toen alles gekoppeld werd aan de onmiskenbare achterstand van vrouwen in de Vietnamese maatschappij. Evenals de hedendaagse kunst is ook de werkelijkheid in het klooster veel vormiger dan ik wellicht vermoede. Kunst en werkelijkheid houden me zo voortdurend een spiegel voor waarin ik, nog steeds, vooral mezelf zie. Tijd om de spiegel om te keren, minder ik, meer wij.
In de kloostertuin en om het meer fladderen vlinders in de meest onwaarschijnlijke en telkens wisselende kleuren. Schoonheid in zijn meest kwetsbare vorm. Wanneer ik ze tracht te fotograferen zijn de vlinders telkens net weg. In de Griekse mythologie is de vlinder het zinnebeeld van de ziel, in de Chinese mythologie is zij symbool van liefde. Waar ik mijn ziel of de liefde zoek vind ik haar nooit, zij mij altijd, feilloos. De keuzes die ik in deze herfst mag maken zijn even kleurrijk als de vlinders en veelvormig als de tienduizend dingen om me heen. Zoals mijn ziel en liefde me zonder dwalen altijd vinden, leer ik er in het klooster op vertrouwen dat de juiste keuzes mij ook instinctief gaan vinden. Zo lang ik mijn focus maar hou op de vlinder, haar schoonheid, kwetsbaarheid en telkens wisselende kleuren. Is vertrouwen wellicht het antwoord op de vragen die niemand me stelt?